Verschillende soorten kant

Stropkant (en stropkant uitbreiding)

  • Beginnerskant met geometrische motieven zoals waaiers, spinnen, koekjes.
  • Wordt vaak als eerste aangeleerd bij kantklossen.
  • Gemaakt met doorlopende draden, meestal zonder sierdraad.
  • Eenvoudig en sterk, vaak gebruikt als meterkant.

Na 1 jaar heb je nog niet alles van de stropkant onder de knie. De module stropkant uitbreiding dient om de meervoudige tralies aan te leren en meer complexere stukken in stropkant uit te werken.

Oud-Vlaamse kant

  • Historische kant uit de 16e–18e eeuw, met florale en dierlijke motieven.
  • Grondwerk: vijfgaatjesgrond.
  • Volwerk: linnenslag of netslag.
  • Versieringen: sneeuwvlokken, sierdraad, picots.

Valenciennes kant

  • Ontstaan in de 16e eeuw in Valenciennes.
  • Fijn kant met vlechtgrond, goed wasbaar en makkelijk te strijken.
  • Motieven: bloemen, vogels, vaak zonder reliëf.
  • Veel gebruikt in lingerie en kinderkleding.

Nieuwe kantsoorten

  • Verzamelnaam voor hedendaagse variaties op klassieke technieken.
  • Worden aangeleerd in cursussen zoals bij CVO Gent.
  • Vaak met doorlopende draden, maar ook experimenteel met kleur en materiaal.

Moderne kant

  • Kant als kunstvorm, met gebruik van nieuwe materialen zoals metaal, plastic, wol.
  • Vrije interpretatie van klassieke technieken.
  • Wordt vaak gecombineerd met andere kunstvormen zoals keramiek of textielkunst.

Binche kant

  • Zeer fijne kant, ook wel toveressenwerk genoemd.
  • Ontstaan uit Oud-Vlaamse kant in de 17e eeuw.
  • Kenmerken: sneeuwvlokken, spinnetjes, vierkante kunstslagen.
  • Geen sierdraad, maar wel complexe motieven.

Turnhoutse kant

  • Kant die in Turnhout werd geproduceerd, vaak Parijse kant.
  • Werd ook wel Engelse kant genoemd.
  • Turnhout had het monopolie op bepaalde kantsoorten in de 17e eeuw.
  • Vandaag nog steeds artistieke productie in de stad.

Russische kant

  • Kantsoort met afgeknoopte delen, dus losse motieven die aan elkaar worden gehaakt.
  • Vaak florale motieven, soms gecombineerd met tule of andere stoffen.
  • Wordt ook gebruikt in moderne interpretaties.

Creatief met kant

  • Betekent het vrij en artistiek omgaan met kanttechnieken.
  • Je gebruikt kantklossen als expressievorm, niet alleen voor traditionele patronen.
  • Kan leiden tot kunstwerken met kleur, mixed media en persoonlijke stijl.

Duchesse kant

  • Fijn bloemwerk met afzonderlijk gekloste motieven.
  • Verbonden met vlechten en vierkante kunstslagen.
  • Vaak gebruikt voor applicatie op tule.
  • Vernoemd naar Marie-Henriette, hertogin van Brabant.

Polychrome kant

  • Kant met meerdere kleuren.
  • Wordt vaak gebruikt in moderne of experimentele kantkunst.
  • Niet traditioneel wit of ecru, maar kleurrijk en expressief.

Parijse kant

  • Elegante, verfijnde kant vaak met complexe patronen en fijne draad.
  • De cursisten leren de Parijse grond. De innemingen en uitleggen van paren in het volwerk, de verwerking van een sierdraad, ...

Tule kant

  • Kant op tulebasis, licht en transparant, vaak met geborduurde motieven.
  • Soorten als Rijselse, Beverse, Chantilly, Blonde, ...
  • Er is ook mogelijkheid tot een introductie in de polychrome kant.

Module uitbreiding

Een cursist die zich verder wil verdiepen in een bepaalde kantsoort, kan deze module aanvragen.